Een pacemaker is een klein apparaatje dat in de borst van een hartpatiënt wordt aangebracht. Een moderne pacemaker geeft regelmatig elektrische schokjes af door middel van de elektrodes waarmee hij met het hart is verbonden. Zo stimuleert het apparaatje het hart om beter te werken. Een pacemaker is een voorbeeld van biomedische technologie, dat het leven van de patiënten die het dragen kan verlengen en de kwaliteit ervan flink kan verhogen.

Hoe werkt een pacemaker

Een pacemaker stimuleert de hartspier, waardoor die sneller of juist langzaam gaat kloppen, en zo de bloedtoevoer naar de rest van het lichaam geoptimaliseerd wordt. De werking van elke pacemaker is hetzelfde, maar het onderdeel van het hart dat het apparaatje stimuleert niet. Een moderne pacemaker bestaat eigenlijk uit twee onderdelen: een onderdeel dat de werking van het hart controleert, en een onderdeel dat het hart stimuleert door middel van elektrische prikkels. Elk van deze onderdelen kan in een ander deel van het hart zijn aangebracht, afhankelijk van de klachten van de patiënt. Door de werking van het hart te controleren weet de pacemaker of het een ander of hetzelfde deel van het hart moet prikkelen. Zo is de pacemaker een intelligent systeem dat zelf zijn werking controleert en zo nodig aanpast.

Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van een pacemaker

Bij mensen met een zwak hart kan de implantatie van een pacemaker de levenskwaliteit verhogen en het leven verlengen. Een pacemaker kan een tiental jaren lang meegaan en zorgt nauwelijks voor belasting op het dagelijks leven. De pacemaker heeft geen effect op patiënten die terminaal zijn, en het apparaat kan de drager ook niet reanimeren. Het apparaatje is verder gevoelig voor sterke elektromagnetische straling. Daarom moeten patiënten met een pacemaker hun mobiele telefoon niet in de buurt van het apparaat houden, mogen ze geen MRI-scans ondergaan, en kunnen ze op een vlieghaven niet door de standaard controlepoortjes.